Heel vroeger heette Niezijl Bomsterzijl. Zijl betekent sluis en Bom staat voor een laag stuk land. Dat het dorp Niezijl ging heten kwam doordat er een nieuwe sluis gebouwd moest worden na de St. Elisabethvloed in 1421. Nieuwe sluis…..Nieuwe Zijl…..Niezijl. Het dorp wordt doorsneden door twee wateren, het Niezijlsterdiep en het Hoerediep. Die naam Hoerediep intrigeert veel mensen. Volgens Wikipedia komt het van het Latijnse woord Hore, slijk. Maar ik verzeker jullie dat de werkelijkheid heel anders is. Ik zal dat hier vertellen.
Toen de zee nog helemaal tot Niezijl aan toe kwam, dijken waren er niet en ‘t water ging met eb en vloed op en neer. Natuurlijk woonden er hier al mensen. ‘t Waren de pioniers die uiteindelijk onze voorouders zijn geworden. En ook al was het een beetje een uithoek, er gebeurde van alles. De boeren verbouwden voedsel op het land en ze hielden er vee. Dat zwierf overal, dus moest er geherderd worden tegen diefstal door bandieten.
Verder waren er de vissers die van hieruit er op uit trokken, sommigen waren weken van huis, gingen ver de zee op en kwamen vaak met grote buit weerom. En dan nog waren er de jagers, die jaagden op kleinwild, maar ook op wilde zwijnen voor het eten. En natuurlijk jaagden ze op wolven en beren, maar dat was meer om de huiden te doen, voor eigen gebruik en voor de handel.
Het was hier ook de doorgangsroute naar het achterland, van hieruit trok je Friesland en Drenthe in, daar woonden veel mensen die goederen gebruikten. De Bomsterzijlsters was een ruig volk, sterk als paarden. Ze geloofden onvervalst in Donar en Wodan. Als Donar met zijn kar langs de lucht vloog, dan donderde en bliksemde het, dan sidderde de hele bevolking.
En dan kwamen er regelmatig boten langs met grote kerels aan de riemen. Noormannen en Picken uit Scotland. Ruig volk, die Noormannen, ze roofden en stalen alles bij elkaar, alleen voor de Bomsterzielsters hadden ze diep respect. Daarom stopten ze alleen maar om wat handel te doen. Ruilhandel, huiden tegen walvistraan en stokvis. Het vechten lieten ze achterwege, die knuisten als voorhamers van de Bomsters, ze durfden het niet aan.
En toen op een avond, de zon hing al in de boomtoppen, gebeurde er iets bijzonders. Over het water kwam een groot schip met alleen maar mooie vrouwen aanvaren. Niemand snapte er wat van, het hele dorp liep uit. “Er achteraan” brulden de mannen en ze stapten allemaal in de boten en haalden de vrouwen in. Wat er allemaal precies is gebeurd vertelt het verhaal niet, feit is dat het stikdonker was toen de mannen eindelijk weer terugkwamen.
Alle mannen behalve Hendrik, een eigenzinnige vrijgezel die aan het water woonde. Hij zocht zich een hele mooie meid uit en nam haar mee naar huis. Hij noemde haar Lolkje, omdat hij zoveel lol met haar had. Hij had zelfs zoveel lol met haar dat hij het niet aan kon, ze was teveel voor hem. Binnen een jaar legde hij het loodje. Lolkje bleef alleen achter.
Nou, daar wisten die ruige Bomsters wel raad mee. Zij zorgden er met elkaar voor dat Lolkje niks te kort kwam en Lolkje regelde dat haar steeds maar uitdijende huishouding genoeg te eten had. De hoer spelen is goed, maar het moet wel goed betaald worden. En zo is er een groot nageslacht overgebleven waarvan ik zeker weet dat er nog heel wat nakomelingen in Niezijl wonen.
Het zal u nu duidelijk zijn hoe ze aan de naam Hoerediep komen. Eerst wilde ik het voor mijzelf houden, maar dat leek me toch niet goed. Daarom deel ik het met jullie. Maar breng het niet teveel naar buiten. Daar krijg je alleen maar praatjes van.